In dit vijfde en voorlaatste deel van deze reeks bespreken we een evenement, dat volgens sommigen geldt als de laatste bubble van de 20ste eeuw, maar volgens ons die benaming niet mag dragen .… Ook hebben we het over de laatste hype van de 20ste eeuw, volgens sommigen de eerste van de 21ste eeuw.
Hypes, crashes, waanzin: deel 5
We beëindigden ons vorige artikel door te zeggen, dat met het door de knieën gaan van de Nikkei-index begin 1990 de laatste bubbel van de 20ste eeuw uiteengespat was. Ook zegden we dat er in de 21ste eeuw nog geen crashes geweest waren. Hiermee hebben we u opzettelijk op het verkeerde been geplaatst. Wat dan met het debacle van de Baringsbank en met de technologiecrash, zult u zich terecht hebben afgevraagd. In dit artikel hebben we het over deze twee heikele punten.
1995: het bankroet van de oudste bank van Groot-Brittannië
In februari 1995 ging Barings Bank failliet en verdween na 233 jaar de oudste Britse bank van het toneel. Koningin Elisabeth II herself was er klant en deze bank had de oorlogen tegen Napoleon gefinancierd, evenals o.a. het graven van het Nord-Amerikaanse Erie kanaal. Dat het zover had kunnen komen, is een onwaarschijnlijk verhaal, met als centrale figuur Nick Leeson, een roekeloze trader en gladde jongen. Zijn recept: werk jezelf in in een organisatie dankzij enkele klinkende successen, zorg dat je management geen kaas heeft gegeten van het handelen in derivaten en ga er dan lustig op los, gebruik makend van een eigen rekeining die niemand kent. U kunt de rest nalezen in ons artikel 10 jaar na Barings-debacle: wie volgt?
De gebeurtenis bracht een wereldwijde schok teweeg, met als voornaamste effect het voor jaren verloren gaan van het vertrouwen in derivaten. Toch vinden wij, het Barings-debacle niet past in het rijtje van hypes, omdat het zich afspeelde in één firma, met slechts één persoon in de hoofdrol, omringd door een incompetent management. Iets heel anders dan de massahysterie, leidend tot een hype, dan een zeepbel enzovoort.
2000: de Nasdaq-crash
Rond de millenniumwisseling waren er bij verschillende gelegenheden discussies rond de situering van het beroemde jaar 2000. Behoorde het jaar 2000 al bij de 21ste eeuw of nog net niet? Bij het begin van de westerse tijdrekening had men blijkbaar geen rekening gehouden met een jaar 0 en door deze slordigheid zou het jaar 2000 eigenlijk niet echt bestaan! Naar onze mening is het zo een soort debat dat past bij het discussiëren over het geslacht van de engelen. Het jaar 2000 heeft er in alle geval voor gezorgd, dat het nooit zou vergeten worden, of het nu echt bestond of niet.
In het artikel Waar was u toen de bubble barstte? schetst Guy Boscart de periode voor en na 10 maart 2000, toen de Nasdaq Composite Index zijn historische top van 5.132.5 punten neerzette. En dan te weten, dat in 1996 de Nasdaq nog op 600 punten stond: meer dan 850% stijging in 4 jaar. Als dat geen bubbel was…
De hype, de motor achter deze ongelooflijke stijging, vond zijn oorsprong in het succes van de personal computer en als wat er rond ontstond in de 1990’er jaren. De schermenbeurs Nasdaq lag en ligt nog altijd in het verlengde van deze technologie.
Op het einde van de 1980’er jaren begon de pc wereldwijd door te breken. De leveranciers realiseerden zich al heel vlug, dat er weinig te verdienen was met het verkopen van de apparatuur, waarvan de markt al heel vlug bulkte van aanbieders, vooral vanuit het Verre Oosten. Software, daarmee kon je rijk worden. Dat hadden Bill Gates en zijn collega’s vlug door en het succes van Microsofts Windows bleef niet uit. In 1994 deed het internet zijn entrée voor de dagdagelijkse gebruiker en samen hiermee sprongen vele bedrijven op de vrolijk bergop snorrende kar: Yahoo, Amazon, Ebay.
Velen volgden deze voorbeelden, garages en loodsen zaten jonge mensen te zwoegen achter hun pc’s, werkend aan nieuwe software-toepassingen. En hun inspanningen werden quasi onmiddellijk belond, want vanaf de verschijning van hun bedrijf(je) op de beurs gingen de koersen hoger en vele miljonairs werden gecreëerd in uren of dagen tijd. Het was immers de gewoonte om medewerk(st)ers te betalen met aandelenopties bij gebrek aan harde dollars.
Successverhalen deden de ronde met op de achtergrond de Nasdaq die steeg en bleef stijgen. De hype werd gevoed door enthousiaste artikelen van ‘waarnemers’, ‘economisten’ of erger nog ‘experts’, die het hadden over de Nieuwe Economie, een nieuwe tijd waarin de beurzen enkel nog konden stijgen. Immers, de elektronische technologie was nog maar in haar beginfas.
In de zich snel vormende zeepbel vonden beunhazen à la World Online en Lernout en Hauspie een plek om hun bedrieglijke werk te doen. Slechts een handvol mensen had oor naar diegenen die verwittigden over een oververhitting van de economie. Wie luisterde toen naar Alan Greenspan, wanneer hij in februari 2000 herinnerde aan zijn uitspraak van in 1996 over ‘irrational exuberance’ (irrationale overdrijving)?
De Nasdaq werd het podium van woeste taferelen, met dot.com-bedrijfjes die uit het niets verschenen, geleid door volslagen onbekende dertigers, zonder business plan, zonder een echte product, enkel in vage technische termen bluffend over nieuwigheden die de mensheid nodig had. Deze dertigers werden miljonairs zodra ze vermeld werden in de lijsten van Nasdaq.
Op 10 maart 2000 piekte de Nasdaq op de eerder vermelde 5.132,5 punten en sloot die dag op 5.049 punten. Euforie alom, velen waagden zich aan voorspellingen wanneer deze index de 6.000 zou bereiken! De dag erop daalde de index, wat velen als een ‘normale’ adempauze beschouwden. Banken en makelaars raadden hun cliënten aan om nog gauw wat bij te kopen, vooraleer de Nasdaq opnieuw de hemel ging bestormen. En na half maart 2000 zag het ernaar uit, dat ze gelijk hadden ook, want voor een tweede keer werd de kaap van 5.000 punten genomen. Maar dan was het uit. Het ging zuidwaarts met de Nasdaq, er was geen houden aan en na enkele vruchteloze pogingen om terug te vechten, belandde de index op 9 oktober 2000 78% onder de piek van 10 maart.
De zeepbel was gebarsten, een periode van irrationele overdrijving en schaamteloos opportunisme was voorbij. De investeerders hadden zich gerealiseerd, dat de bedrijfjes waaraan ze hun spaarcenten hadden gespendeerd, nooit de verwachtingen zouden waarmaken. Bovendien doken allerlei fraudeschandalen op, afin het klimaat ten tijde van het einde van een hype.
Dit was de bubbel van het jaar dat niet goed wist of het nu bij de 20ste of de 21ste behoorde.
In deel 6, tevens het laatste van deze reeks, proberen we samen te vatten wat we kunnen leren uit al deze beursellende, hoe een bubbel kan gedetecteerd worden, wanneer de volgende crash zou kunnen plaatsvinden en hoe u moet reageren als een bubbel barst.
Jan Van Besauw
Columnist voor US Markets
Ondergetekende is gepensioneerd marketing manager beeldvormingsystemen.
Hij heeft in geen enkel van de eventueel geciteerde aandelen of gelijk welk andere vorm van beleggingsinstrumenten een eigen positie.
27 november 2005.