Na in de delen 1, 2 en 3 van deze artikelenreeks te hebben gesproken over zeepbellen
in de 17de, 18de en 19de eeuwen zijn we aanbeland in de 20ste eeuw …Deze bracht ons spectaculaire hypes en crashes en ook periodes van recessie, zoals die van 1929 tot 1933. U zult het merken: de 20ste was het eeuwtje wel, ook op het vlak van beursevenementen … Weer een mooie episode over de geschiedenis van de financiële markten …
Florida 1920 – 1925: de eerste immobiliën-zeepbel
De jaren 1920 waren in de VS een periode van welvaart en ongekende groei. Meer en meer Amerikanen konden zich een auto permitteren en de werkgevers waren gul met betaalde vakantiedagen en stevige pensioenregelingen.
De industrie floreerde en dat bracht met zich mee, dat aandelen een gegeerd belegginginstrument waren. Velen verdienden hiermee veel geld op korte tijd en men zocht naar manieren om dit geld te verzilveren. Florida, de ‘Sunshine State’ lag als het ware te wachten op al wie er met vakantie wilde gaan of e een tweede verblijf wilde met het oog op de pensioenleefttijd.
Het onroerend goed steeg pijlsnel in waarde. Om u een idee te geven: vanaf 1920 verviervoudigde de grondprijs in Florida bijna jaar op jaar. Iemand die in 1920 een stuk grond had gekocht voor 1.700 $ kon het in 1924 van de hand doen voor meer dan 300.000 $!
Niet te verwonderen dat er een stormloop op gang kwam van would-be investeerders en velen deden dat met geleend geld. En het ging niet alleen om gronden en huizen. Bij voorbeeld golfclubs en zwembaden werden in hoog tempo aangelegd.
Mooie liedjes duren niet lang. In 1925 waren de prijzen zo enorm gestegen, dat de kopers wegbleven. Diegenen die hadden geïnvesteerd, zagen de bui hangen en ze begonnen te verkopen, met ineenzakkende prijzen tot gevolg. Maar zelfs aan lagere prijzen geraakten velen hun vastgoed niet meer kwijt. Ze moesten wel hun leningen afbetalen, met bankroet tot gevolg.
Als klap op de vuurpijl raasde in 1926 een krachtige orkaan over Florida. Meer dan 13.000 huizen werden verwoest en 415 mensen verloren het leven. Gloednieuwe infrastructuur werd herleid tot moeras na de passage van een vloedgolf.
Om het destructieve werk helemaal af te ronden, kwam na de orkaan een plaag van fruitvliegen, die de landbouw van citrusvruchten in Florida bijna tot een nulpunt bracht.
Florida was net hersteld van al die tegenslagen, toen in 1929 de ‘crash der crashes’ plaatsvond.¦
Zwarte donderdag: de crash van 1929
In onze column Dé beurscrash, de val klapt dicht — 24 oktober1929 hebben we deze tragische gebeurtenis uitvoerig besproken. U kunt daar lezen hoe het gekomen is tot een waanzinnige situatie, waarbij bijna iedereen een blind geloof had in aandelen en ervan overtuigd was, dat de koersen voor altijd zouden stijgen. Zelfs afkoelingsmaatregelen zoals de Fed die de rente verhoogde, hielpen eerst niet.
Maar zodra in de loop van 1929 bleek dat de aandelenkoersen toch wat gas terugnamen, rolde een paniekgolf door de States met Black Thursday, 24 oktober 1929, tot gevolg. De zeepbel knalde ongehoord sterk uit elkaar, wie gisteren rijk was, zag zich vandaag verplicht in de rij te gaan staan voor een schep soep en een stuk brood. Dat was de ontnuchtering. Dan kwam de economische depressie die duurde tot 1933. Maar de zwaargehavende Dow Jones bereikte zijn peil van voor de crash maar eerst terug in 1954…
De crash van 1973 – 5

Dow Jones Industrial Average (DJIA), 1970 – 1983
Op het einde van de 1960’er jaren begon een periode van wereldwijd optimisme. Er zouden andere tijden komen, Flower Power, de Beatles, Woodstock zijn nog altijd tot de verbeelding sprekende exponenten van de veranderde globale mentaliteit. Ook op economisch gebied kwam de zon te voorschijn en de beurs kwam meer en meer in de belangstelling te staan. Helaas was er een enorme inflatie en kwam er in het begin van de 70’er jaren onrust in de Arabische wereld, die uitmondde in het dichtdraaien van de oliekraan in het jaar 1973.
Opeens was het uit met het optimisme. De prijzen bleven stijgen, de inflatie ook en de overheid moest maatregelen nemen om het energieverbruik te beperken. Er kwamen snelheidsbeperkingen en autoloze zondagen. Op de beurzen heerste onzekerheid, de DJIA verloor in het jaar 1973 ca 250 punten, krabbelde wat opwaarts begin 1974 maar stond eind 1975 bijna 475 punten lager dan de top begin 1973. Een regelrechte crashsituatie. Nochtans was er geen spraken geweest van een echte zeepbelvorming en duurde de crash 2 jaar, een heel andere situatie dan in 1929.
D DJIA had het ganse jaar 1975 nodig om zich te herstellen en bewoog zich dan zijwaarts tot het jaar 1983. In dat jaar was alweer een nieuwe bubbel in de maak.
Zwarte maandag: de crash van 1987
In het artikel Bewijzen beursmanipulatie: deel 1 hebben we het gehad over de crash van 1987 en hoe die heeft geleid tot het oprichten van het Plunge Protection Team (PPT), het viertal dat Guy Boscart en ondergetekende de ‘Poppenspeler’ noemen. Het PPT heeft sindsdien het imago van Wall Street angstvallig verbloemd telkens het nodig was.

Dow Jones Industrial Average (DJIA), 1983 – 1989
Zoals we hoger al zegden, begon in 1983 een nieuwe periode van optimisme en het beruchte ‘the sky is the limit’ gevoel. De chart toont het vormen van een gigantische zeepbel, die uiteenspatte op maandag 19 oktober 1987.
Deze gebeurtenis is volledig anders dan de ‘vertraagde film-crash’ van 1973 – 5. En nu weten we, dat dankzij het PPT het dieptepunt van de DJIA relatief beperkt is gebleven.
De crash van 1987 had zijn wortels in 1986, toen een periode begon van ongebreidelde overnames, waarvan vele op vijandige basis. Dit leidde tot de valse overtuiging, dat de (meest succesvolle) bedrijven eeuwig zouden blijven groeien, eenvoudigweg door andere over te nemen en op te slokken. Waar zouden die bedrijven het kapitaal hiervoor halen? Heel simpel: door hoogrentende obligaties te verkopen aan het publiek. Hoogrentende obligatie is een eufemisme voor ‘junk bond’, want hoogrentend betekent risicovol onder het motto ‘voor wat hoort wat’.
Daarbij kwam er een voorloper van de technologiebubbel van het einde van de jaren 1990. Vanaf 1984 werden microcomputers, onze latere pc’s, enorm populair. Het ene na het andere computerbedrijfje deed zijn intrede op de beurs en werd enthousiast onthaald met koersen die kort na de IPO (initial public offering offering, eerste beursnotering) de hoogte in knalden.
De ontnuchtering kwam toen bleek dat heel veel van deze IPO’s gebakken lucht waren en dat de omzetcijfers van de steeds maar groter wordende firma’s niet geheel en eerder nog geheel niet aan de verwachtingen voldeden. Onzekerheid leidde snel tot paniek en op maandag 19 oktober kon Wall Street de verkooporders niet maar verwerken en moest bovendien vatsstellen, dat er geen kopers meer waren voor al die aandelen en junk bonds. De rest is geschiedenis.
De Nikkei bubbel
Na de Tweede Wereldoorlog was Japan een verwoest land, zowel op persoonlijk, pshychologisch als materieel vlak. Ontelbare jonge mannen kwamen nooit meer terug van de slagvelden, honderdduizenden burgers waren gestorven in bombardementen, waarvan twee met kernwapens. De economie lag aan flarden.
Met de steun van de VS, de vroegere vijand en gedreven door de overtuiging dat het tij moest keren, is Japan begonnen met wederopbouw en nieuw leven blazen in de economie.
En het leek mooi te lukken. Japanse producten overspoelden de markten, eerst als minderwaardige imitaties, maar al heel snel als deugdelijke en minder dure artikelen, vergeleken met het westerse aanbod. Op vele vlakken werd Japan toonaangevend, denken we maar aan auto’s en elektronica.
De Nikkei 225 Index begon in 1950 aan een klim, die niet meer stopte tot 1989. De trend keerde zich en op minder dan 3 maandcen halveerde de index. Wat was er aan de hand? Niets anders dan een authentieke hype, leidend tot een bubbel en dan: pats!
De aanleiding tot de hype is te zoeken in het succes dat Japanse producten kenden in het buitenland. De prijzen konden laag blijven omdat de werknemers niet veeleisend waren op loongebied. Zij genoten voor levenslange werkzekerheid en hechtten zich daardoor heel sterk aan hun bedrijf. De verkoop bleef stijgen en daarmee de macht van de grote industriële conglomeraten, denk hierbij aan Mitsui, Mitsubishi, Yamaha en nog vele andere. Het gevoel van macht nam nog toe, toen bleek dat Japan niet getroffen werd door beurscrashes in 1973 – 5 en 1987. Integendeel, de kleinere en zuinige Japanse auto’s waren het alternatief bij uitstek in tijden van olieschaarste. De Nikkei Index bleef stijgen, het vertrouwen in aandelen leek eindeloos. Aan de beurshausse voegde zich een hausse toe in de immobiliënsector. Het vele geld dat naar Japan bleef stromen, inspireerde de grote bedrijven om in Tokyo en andere steden flatgebouwen en kantoorcomplexen op te trekken. De vraag voor deze ruimet overtrof in ruime mate het aanbod, dus de prijzen gingen onverbiddelijk noordwaarts.
Ook het buitenland ontging de opgang van de Japanse economie niet. Aandelen van Sony, Shiseido, Toyota om er maar 3 te noemen vonden hun weg naar beleggers over de ganse wereld. En in Tokyo ging het samensmelten en overnemen onverminderd voort en pompten zowel institutionele als particuliere beleggers hun centen in de beurs.
De Japanse regering had allang door, dat het ooit moest mislopen. Daarom werd de oververhitte economie afgekoeld door de rente te verhogen. Toen kwam de aap uit de mouw. Het nu duurdere geld werd niet meer zo vlot ontleend, firma’s die meer beloftes dan concrete producten hadden aan te bieden kwamen in moeilijkheden. Bedrog kwam aan het licht en fraudeschandalen verduisterden de economische horizon.

Op het einde van 1989 sloeg de vrees toe. Beleggers eisten hun geld terug, eigenaars boden hun woning te koop aan om hun spaargeld veilig te stellen. Banken gingen overkop, bedrijven volgden.
De grond- en woningprijzen kelderden en ze doen dat nog steeds tot op de dag van vandaag, 15 jaar na de topkoers van de Nikkei. Sinds d herfst van vorig jaar is de Nikkei bezig zich te herstellen, maar het gaat traag en met veel vallen en opstaan.
—oOo—
Hiermee komen we aan het einde van ons overzicht hypes, bubbles en crashes van de 17de tot en met de
20ste eeuw. Over de 21ste eeuw hebben we op dit gebied nog niets te melden, maar wat niet is…