De verhouding tussen politiek en de financiële markten is actueler dan ooit. Dit is de derde column in het thema 'De politiek aan het woord'. Onze gastcolumniste is vandaag Marianne Thieme, fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren.
We hebben het ons de afgelopen jaren allemaal afgevraagd: ‘Wie betaalt al die Bentleys, Breitlings, Bollingers en Bonussen?’ Duidelijk is wie de crisis betaalt. Wij. De mensen die zich verwonderd hebben over de wonderboys van het beurscasino, krijgen nu de rekening gepresenteerd. De miljarden die het kabinet pompte in een bankwezen dat het contact met de realiteit is kwijtgeraakt, zijn inmiddels goeddeels in rook opgegaan. Althans, ze zijn niet aangewend in het voordeel van iedereen die wel duizenden euro’s gemeenschapsgeld per burger zag opgaan aan de steunmaatregelen, maar geen enkel voordeel terugzag in de hypotheektarieven, ondanks een sterk dalende rente op het niveau van de Europese Centrale Bank.
Is het toeval dat we tegelijk kampen met een kredietcrisis, een klimaatcrisis, een voedselcrisis, een biodiversiteitscrisis, een oliecrisis, een drinkwatercrisis en dierziektencrises? Alle genoemde crises vloeien voort uit menselijke hebzucht en een gebrek aan duurzaam denken. We waren daardoor zo verblind dat we ene Bernard Madoff vijftig miljard euro toevertrouwden, louter omdat hij iets hoogs was geweest bij de Nasdaq en beschikte over een zeer beminnelijke glimlach. We geloofden sprookjes die te mooi waren om waar te zijn. De oorzaken worden nauwelijks benoemd, terwijl die zeer aanwijsbaar zijn. De problemen in de bankwereld zijn het gevolg van de ongebreidelde honger naar méér.
Het Wereld Natuur Fonds berekende dat de wereldvoedsel- en grondstoffenvoorraad voor 2008 al in september opgesoupeerd waren, vroeger dan ooit. We consumeren in één jaar dertig procent meer dan wat de aarde te bieden heeft en teren in op een duurzame toekomst. Door regenwoud te kappen, zoetwatervoorraden uit te putten en onze graanoogst voor bijna vijftig procent op te laten slokken door de veehouderij. Projecteren we de overconsumptie op ons westerse aandeel, dan blijkt dat we drie keer zoveel consumeren als gerechtvaardigd zou zijn gezien het deel van de planeet dat we bewonen. In dat opzicht is ons consumptiepatroon te vergelijken met het Ponzi-schema, waarmee de financiële piramidemalversaties nu worden aangeduid. Wij doen hetzelfde met onze grondstoffenvoorraad, met onze schone lucht, ons schone water en onze eindige energievoorraden. We leggen de rekening van onze hebzucht bij anderen, hetzij bij de armen van dit moment, hetzij bij komende generaties die het zonder grond- en hulpstoffen moeten doen, maar een vervuilde en uitgeputte leefomgeving als erfenis krijgen. Eén miljard mensen lijden aan obesitas en evenveel anderen gaan elke avond met honger naar bed. Volgens recent onderzoek van Vince Stricherz van de University of Washington [1] zal aan het eind van deze eeuw de helft van de wereldbevolking een tekort aan voedsel hebben als gevolg van de klimaatcrisis.
We bestrijden de symptomen van ons handelen, maar nemen de oorzaken niet weg. Integendeel, Robeco en ABN Amro zeggen dat voedsel en water schaars worden en roepen ons op nú in te stappen in speculatieve fondsen omdat we daar straks veel geld aan kunnen verdienen. Nú investeren in schaarste is een uitgelezen kans om rijk te worden, is de onderliggende boodschap die heel duidelijk doorklinkt. Het consumentisme en het leven op krediet zal de hele wereldbevolking in ernstige, niet te overwinnen problemen brengen bij ongewijzigd beleid.
Merkwaardig genoeg lijkt de steun aan het bedrijfsleven op dit moment vooral gericht op het zo snel mogelijk terugkeren naar de doodlopende weg die ons de crisis bracht. De ongebreidelde vrijemarkteconomie met de onzichtbare hand waarin we zo’n groot, ongefundeerd vertrouwen hadden sinds Adam Smith.
Alan Greenspan, tot voor kort het financiële baken van de westerse economie, zei bij het uitbreken van de kredietcrisis: ‘Ik ben er mijn leven lang van overtuigd geweest dat markten optimaal functioneren wanneer er zo weinig mogelijk inmenging van overheidswege is.’ Greenspan zette zich in het begin van de eenentwintigste eeuw in om de rente zo laag mogelijk te houden. Daarmee legde hij de basis voor een enorme economische zeepbel en frustreerde hij het aanpakken van exotische financiële uitwassen zoals derivaten, naked short selling en subprime hypotheken die in belangrijke mate bijdroegen aan de grootste financiële crisis uit onze geschiedenis. ‘Ik heb me vergist,’ zei Greenspan. ‘De globale instorting van de financiële markten en het omvallen van de banken en verzekeraars heeft me gechoqueerd en bedroefd.’ [2]
Regeringsleiders zeggen dat de kredietcrisis, klimaatcrisis, voedselcrisis, zoetwatercrisis, dierziektencrises, biodiversiteitscrisis en oliecrisis hen niet verbazen. Ze hadden het aan zien komen, maar niemand toonde zich capabel er preventief iets aan te doen. Zelfs een volgens de Wereldgezondheidsorganisatie ophanden zijnde pandemie wachten we gelaten af alsof het een voldongen feit is.
We worden geregeerd door het ‘voldongen-feit-denken’. Marktliberalisering is ‘onontkoombaar’, wereldhandelsakkoorden zijn ‘onontkoombaar’, overdracht van nationale bevoegdheden is ‘onontkoombaar’, het compenseren van uitwassen van de vrijemarkteconomie met belastinggeld is ‘onontkoombaar’, kortom het denken in onmogelijkheden is toonaangevend. Alleen als we bereid zijn het woord crisis in zijn letterlijke betekenis toe te passen, kunnen we deze duurzaam aanwenden in ons voordeel.
[1] Half of world's population could face climate-induced food crisis by 2100, Vince Stricherz, University of Washington 08-01-2009
[2] Dallas Morning News, 23 oktober 2008
Gastcolumnist Marianne Thieme
Fractievoorzitter Partij voor de Dieren