...

BDI en goud: quo vadis?

15 juli 2010, 09:19 | US Markets Redactie | leestijd: 11 minuten | moeilijkheid: 10 / 12 | (0)

Half maart schreef ik al over de sig­naal­func­tie van de BDI in samen­hang met de goud­pri­js. Toen­ter­ti­jd bedroeg de BDI 3500 pun­ten en de goud­pri­js 26.000 euro per kilo­gram. Inmid­dels is de BDI gehalveerd tot 1700 pun­ten ter­wi­jl een kilo­gram goud ruim 30.000 euro kost. In een kwartaal tijd zijn we dus weer verder opgeschoven naar het grim­mige sce­nario van de Kon­drati­eff win­ter. Wat is er intussen gebeurd? De gebeurtenis­sen vol­gen elka­ar zo vlug op dat een korte samen­vat­ting op zijn plaats is.


Griekse tragedie

We waren 2010 begonnen in een kli­maat van sti­j­gende beurzen. Maar eind april begonnen de beurzen wereld­wi­jd momen­tum te ver­liezen. De gestage win­sten wer­den omge­bo­gen in dalin­gen. De dalin­gen wer­den op het con­to geschreven van de cri­sis in Grieken­land. Daar had men de afgelopen 6 jaar gejokt over de grootte van het over­hei­d­steko­rt, met als gevolg dat Stan­dard & Poor zijn kredi­etrat­ing van Grieks schatk­ist­pa­pi­er naar bene­den toe bijstelde, tot­dat Griekse staat­soblig­aties de sta­tus junk kre­gen opge­speld. De Griekse pre­mier kondigde aan dat zijn land aan de rand van de afgrond stond. Boven­di­en werd erop gespeculeerd dat de schulden­cri­sis zou over­slaan naar andere lan­den in de knoflook­gordel”. Zo werd de kredi­et­waardigheid van Por­tu­gal van A+ ver­laagd naar A-. Na een aan­vanke­lijke aarzel­ing beloofde Europa 110 mil­jard aan hulp aan Grieken­land op voor­waarde dat de Griekse over­heid fors het mes zou zetten in de begrot­ing. Als gevolg van de felle protesten tegen de aangekondigde bespar­ings­plan­nen ver­loren drie mensen het lev­en op 6 mei 2010. Maar de Griekse tragedie was niet de enige job­sti­jd­ing die de mark­ten beïn­vloed­de. De Amerikaanse staat­shy­potheek­bank Fan­ny Mae kondigde grote ver­liezen aan en kreeg 10 mil­jard dol­lar toegestopt. De Japanse cen­trale bank pompte een biljoen yen (toen ongeveer 17 mil­jard euro) in de Japanse markt met het doel het sys­teem daar draaiende te houden.

Poli­tieke instabiliteit

De VS pres­i­dent Oba­ma had in april 2010 een ambitieus ziek­tev­erzek­er­ing­spro­gram­ma door de senaat gedrukt. Maar allang was duidelijk dat zijn ste­un aan het ver­damp­en was in een Ameri­ka waar de broek­sriem steeds strakker moest wor­den aangetrokken. Als de werk­loosheid in de VS een maand wat min­der snel steeg dan verwacht, dan werd dat gep­re­sen­teerd als goed nieuws. Maar ook in Europa begon het poli­tieke sys­teem steeds verder te desta­bilis­eren. Dat bleek niet alleen uit de grote moeite die de lan­den van de EU had­den om met een oploss­ing voor het Griekse prob­leem te komen. Ook op nation­aal niveau had­den regerin­gen steeds meer moeite zich staande te houden. In de Oekraïne stortte een vlieg­tu­ig neer met de Poolse pres­i­dent vergezeld van een aanzien­lijk aan­tal hoge regerings­func­tionaris­sen; nie­mand over­leefde de ramp. In maart 2010 was de Ned­er­landse regering gevallen over de kwest­ie of men al dan niet de troepen moest terugtrekken uit Afghanistan (wat de afspraak vol­gens het regeer­akko­ord was). In Bel­gië was de fed­erale regering gevallen over de voor buiten­staan­ders nauwelijks begri­jpelijke kwest­ie over het kiesar­rondisse­ment Brus­sel-Halle-Vil­vo­orde. In Frankrijk werd duidelijk dat de ste­un voor de social­is­ten inmid­dels die voor pres­i­dent Sarkozi had overtrof­fen. Groot-Brit­tanië werd na de verkiezin­gen van 6 mei in drieën ges­pleten door een lib­erale, rechtse en linkse par­tij. De Duitse bond­skanse­li­er Merkel ver­loor in het week­end waarin de Europese Cen­trale Bank besloot tot kwan­ti­tatieve ver­ruim­ing de meerder­heid in de Bonds­dag. In de Golf van Mex­i­co was door een zoge­naamde blowout, onge­con­troleerd miljoe­nen liters olie in de zee gaan stromen waar­door de toekomst van de vis­ser­ij in de zuidelijke stat­en van de VS op spel stond. Maar ook in Azië stapelden de prob­le­men zich op. De Chi­nese Changai Com­pos­ite Index was in een maand tijd meer dan 15% geza­kt. Eind mei werd dan ook nog eens duidelijk dat een Noord-Kore­aanse tor­pe­do een Zuid-Kore­aans mari­neschip in extra­ter­i­to­ri­ale wateren had gekelderd. Ameri­ka toonde zijn spier­ballen door geza­men­lijke marine oefenin­gen te houden met Zuid-Korea, ter­wi­jl Noord-Korea zijn leg­er in staat van paraatheid bracht. In dat tumult kelder­den de Azi­atis­che beurzen nog eens met ver­schil­lende procenten.

Flash crash

Hoe wankel het kaarten­huis was gewor­den werd duidelijk op 6 mei 2010, toen de DJIN in een paar minuten tijd 9 % naar bene­den dook, en de com­plete ral­ly die begin feb­ru­ari was begonnen in één klap ongedaan maak­te. Of deze flash crash nu het gevolg was van paniek of een pro­gram­meer­fout, de kwets­baarheid van het finan­ciële sys­teem werd meteen voor de hele wereld duidelijk. Ook al her­stelde de DJIN zich nog behoor­lijk en sloot hij de han­dels­dag met slechts 3% ver­lies af. Wereld­wi­jd sneu­velden wel de records van de goud­pri­js, waar­voor meer dan 30.000 euro per kilo moest wor­den betaald. En de euro leek ondanks het Griekse nood­plan nog steeds in vri­je val. Het vol­gende week­end hield­en de min­is­ters van finan­ciën van de Euro­zone een spoed­bi­jeenkomst met het doel maa­trege­len te tre­f­fen die het speculeren tegen de knoflook­gordel (Grieken­land, Ital­ië, Span­je, Por­tu­gal) zouden tegen­gaan. Op zonda­gnacht was er witte rook, en bleek dat de lan­den van de Euro­zone samen met het IMF een red­dingsnet van niet min­der 750 mil­jard euro zouden uitwer­pen om euro­zonelanden in moeil­ijkhe­den uit de brand te helpen. Boven­di­en zou de Europese Cen­trale Bank bij gebrek aan andere kop­ers staat­soblig­aties opkopen van lan­den in moeil­ijkhe­den. De ECB zou dus net als Zim­bab­we, de Fed en de BoE de geld­pers aanzetten, ook al benoem­den deze instellin­gen dat met de eufenis­tisch term kwan­ti­tatieve veruim­ing (quan­ti­ta­tive eas­ing). Natu­urlijk stelde nie­mand zich de vraag waar dat geld van­daan moest komen, en reageer­den de beurzen euforisch: de DAX boek­te 5, de AEX 7, de CAC40 en de BEL20 niet min­der dan een hal­lu­ci­nante 9 % winst op de maandag die op de verk­lar­ing vol­gde. Maar in de vol­gende week doofde de euforie alweer. De beurzen gin­gen hor­i­zon­taal en begonnen daar­na weer te dalen. De euro ver­loor steeds meer waarde ten opzichte van de dol­lar: de munt cor­rigeerde in maand tijd van 1,44 dol­lar­ce­nt naar 1,21 dol­lar­ce­nt per euro. Alleen het goud bleef record na record breken, en brak moeit­eloos door de grens van 32.000 euro/​kg.

Bezuinigin­gen

In Europa hield de zorg over de schuld­posi­tie van de lan­den in de euro­zone aan. Span­je kondigde op 14 mei aan dat het land voor het eerst in bij­na 25 jaar deflatie had. Dal­ende pri­jzen zijn in op groei gerichte economieën desas­treus. De druk op de euro nam steeds verder toe. Om het speculeren tegen de euro te proberen tegen te gaan ver­bood Merkel op 19 mei de zgn. naked shorts op de euro. Herin­ner u dat het naakt short­en betekent dat u de onderliggende waarde (in dit geval dus de euro) niet in bez­it hoeft te hebben. Als Europa 750 mil­jard euro aan ste­un vri­j­maakt, kan Gold­man Sachs voor 750 biljoen aan shorts uitschri­jven, als die bank dat zou wensen: hij hoeft niet met de onderliggende waarde op de prop­pen te komen voor­dat de munt kapot is gespeculeerd, en de mar­gin stelt de bank ook zelf vast (uit­er­aard in dol­lars). Zo’n wed­stri­jd kan door buiten­staan­ders niet wor­den gewon­nen, en natu­urlijk moet hier de reden wor­den gezocht waarom Gold­man Sachs dag na dag na dag afs­loot met woekerwinsten.

En ondanks Merkel’s ingreep bleef de euro goed­koop ten opzichte van de dol­lar. Of deze waarde­v­er­min­der­ing een bron van zorg moest zijn, daarover waren anal­is­ten het onder­ling oneens: enerz­i­jds is een goed­kopere munt goed voor de export, anderz­i­jds betekent ze duur­dere olie en duur­dere grond­stof­fen­pri­jzen. De beurzen daalden begin juni gevoelig; op 4 juni ver­loor de SP500 3,4 % en de Dow Jones 3,2 % om onder de 10.000 pun­ten te eindi­gen. Het goud tik­te 33.500 euro per kilo­gram aan. Twee bericht­en waren veron­trustend voor de mark­ten. Ten eerste, tegen­val­lende werk­looshei­d­sci­jfers uit VS en ten tweede, Hon­gar­i­je begon open­lijk te prat­en over de mogelijkheid om fail­li­et te gaan. De vol­gende dag kwam de G20 vol­gens plan bijeen in Zuid-Korea om de toe­s­tand in de wereld te bespreken. Zij kwa­men al vroeg met een opti­mistis­che bood­schap naar buiten, namelijk dat de wer­ele­conomie sneller her­stelde dan aan­vanke­lijk was gedacht. Die stelling zouden we nog ettelijke keren horen in de vol­gende maan­den. Ook erk­enden ze dat er nog grote uitdagin­gen in het ver­schi­et lagen, al ver­schilden Trichet van de ECB en Gei­th­n­er van de Fed van mening over de manier waarop de prob­le­men moesten wor­den opgelost. Trichet zag de oploss­ing eerder in het oplossen van de begrot­ing­steko­rten, ter­wi­jl Gei­th­n­er heil zag in het ver­groten van de schulden zodat de economie weer nieuwe zuurstof zou kri­j­gen. In Duit­s­land liet Merkel geen dubbelzin­nigheid bestaan over de te voeren koers, want ze kondigde bezuinigin­gen aan voor niet min­der dan 80 mil­jard euro. Enge­land en Frankrijk volgden.

In de vol­gende weken ver­slapte de aan­dacht voor de finan­ciële wereld. Wim­ble­don, Tour de France en het wereld­kam­pi­oen­schap in Zuid-Afri­ka verzetten de zin­nen. Anal­is­ten voor­spelden een groei van tien­den van pro­cen­ten voor Span­je als gevolg van het feit dat ze de wereld­bek­er won­nen in een moeiza­am duel van Ned­er­land. De beurzen gin­gen op en neer, ter­wi­jl het goud in de loop van een paar weken ruim tien pro­cent neer­waarts was gecorrigeerd.

Is de toekomst voorspelbaar?

De scheikundi­ge Niels Bohr zei ooit dat voor­spellen moeil­ijk is, vooral wan­neer het gaat over de toekomst. Niet­temin, verleden en heden bevat­ten infor­matie over de toekomst. Thans bevin­den we ons op het punt dat de BDI het dieptepunt van decem­ber 2008 begint te naderen, ter­wi­jl het goud op record­hoogte bli­jft. Het spook­beeld van de W‑vormige recessie kan nog alti­jd niet wor­den opge­bor­gen. Sterk­er nog, het feit dat de werk­looshei­d­sci­jfers hoog bli­jven en tegelijk­er­ti­jd forse bezuinigin­gen wor­den doorgevo­erd kan niet anders lei­den dan tot verdere terug­val in de con­sump­tie en dus verdere terug­val van de economis­che groei. Een uiterst defen­sief beleg­gings­beleid lijkt dus aangewezen. En wat met het goud? Ik heb bij twee vorige gele­gen­heden op basis van tech­nis­che analyse voor­speld dat een neer­waartse cor­rec­tie in het ver­schi­et lag, ter­wi­jl bei­de keren goud naar nog hogere regio­nen klom. Mea cul­pa. Nu is er inder­daad een cor­rec­tie geweest ten opzichte van de ATH, maar de cor­rec­tie is niet zo groot als verwacht (ik dacht aan een goud­pri­js van rond 28 duizend de kilo). Het goud ligt er met andere woor­den erg sterk bij. Of er deze zomer nog koop­jes zijn te doen hangt vooral af van de mate waarin beleg­gers geloven dat het W‑vormige recessie sce­nario door kwan­ti­tatieve ver­ruim­ing is afgewend. Want wie dat gelooft, ziet geen waarde in goud, en wie geen waarde ziet in goud, doet de goud­pri­js dalen. Zo een­voudig is het.


Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.