Nog steeds leeft er hoop op een beter leven niettegenstaande de voortgaande schuldenopbouw (sluipende inflatie!) in de belangrijkste economieën (V.S., EU) en het dreigende internationale conflict in het Midden-Oosten. So, why worry?
Het is echter niet de eerste keer dat monetaire spanningen met sociale spanningen in “de slipstream” werden gevolgd door oorlogsinspanningen. De beste voorbeelden hiervan waren Duitsland in de jaren ’30 en de V.S. in de jaren ’30 en ’40 gevolgd door de olieboycot op Japan. Ook toen waren de leefomstandigheden met inflatie in Duitsland en deflatie in de V.S. bepaald belabberd te noemen.
CATO:
Volgens het gezaghebbende CATO Instituut in de V.S. leunt intussen 53% van de totale Amerikaanse bevolking van 308 miljoen op de staat. Dat wil zeggen: alle steuntrekkers, gepensioneerden en overheidsdienaren opgeteld. Dat is zelfs nog iets meer dan dat andere percentage van 47% waar presidentskandidaat Romney het over had. Dus de ene helft inclusief baby’s en bejaarden moet in wezen voor de andere helft zorgen terwijl de schuldquote per hoofd dagelijks toeneemt en de zgn. fiscal cliff als een zwaard van Damocles boven de natie hangt. Afgezien van het officieuze maar reële inflatiecijfer inclusief voedsel en energie rond 8% wordt de koopkracht hangende het bovenstaande steeds verder afgeroomd.
Begin jaren ’80 kon de inflatie nog effectief worden bestreden omdat er destijds voldoende buffers aanwezig waren zonder dat er sprake was van een grote schuldenopbouw. Door de korte rente tot zelfs boven 22% (!) op te hogen (bankpresident Paul Volcker) kon de reële inflatie worden teruggebracht tot 2½%. Met de huidige schuld zou een dergelijk percentage tot “dodelijke” gevolgen leiden en dient de rente nu dus permanent laag te blijven. Met een budgettekort van ca. 8% (zonder bijtelling van enige “substantiële” defensie-uitgaven) en een schuld/BBP ratio van ca. 100% is een “normale” redding vrijwel uitzichtloos.
Vandaar de monetaire verruiming als laatste redmiddel!
Keynes
Of zoals John Maynard Keynes het verwoordde: ‘by a continuing process of inflation, governments can confiscate secretly, arbitrarily and unobserved an important part of the wealth of their citizens impoverishing many and enriching some’, vertaald: middels een continu inflatieproces kunnen regeringen onopvallend en naar willekeur hun onderdanen van een belangrijk deel van hun vermogens ontdoen en sommigen (hierbij doelt hij kennelijk op “de touwtjestrekkers” en “de knoppendraaiers”) verrijken.
Lenin
Of zoals Lenin het uitdrukte: “Er bestaat geen subtieler en zekerder middel om de bestaande basis van de samenleving te ondergraven dan door de waarde van de munt te verkwanselen”. Daarin zijn de V.S. met hun vrije reservevaluta sinds de loskoppeling van het goud in 1971 in elk geval “voortreffelijk” geslaagd! In goud uitgedrukt is er sinds die tijd nog geen 5% van de koopkracht overgebleven. Bij het aanschouwen van dit aftakelingsproces zou Lenin zich ongetwijfeld lachend in z’n graf wentelen. Hierbij aangetekend dat dit proces zich op soortgelijke wijze in de voormalige Sovjet-Unie heeft afgespeeld maar gecamoufleerd werd middels extreem lage huren (nagenoeg alle vastgoed behoorde de staat toe), extreem goedkoop openbaar vervoer, nagenoeg gratis onderwijs en medische verzorging en extreem lage theatertarieven.
China
Even opvallend waren de woorden van Gao Xiqing, president van de China Investment Corporation, het Chinese staatsinvesteringsfonds met $7 biljoen aan belegd vermogen. Hij is intussen overtuigd van de zich aandienende implosie van de derivatenmarkt met een updated omvang van een slordige $1.200 biljoen tegen een totaal mondiaal bruto product van “slechts” $70 biljoen. Hij voegde er aan toe: ‘with the smartest kids to design these products, the only purpose of which is to get money out of other people’s pockets, vertaald: deze producten zijn door uiterst slimme jongens bedacht om bij anderen geld uit de zak te kloppen.
De Chinezen zijn zich als geen ander bewust van de uiteindelijke koopkrachtverdamping van hun in dollars genoteerde waarden. Vandaar de oprichting van de eerder in deze column vermelde Shanghai Cooperation Organisation (SCO), waarbinnen goud als handelsankerpunt fungeert. Hoewel dit handelsblok een beetje zou kunnen worden beschouwd als tegenhanger van “het westerse imperium”, krijgt dat in onze omgeving nauwelijks aandacht omdat het een verdrag betreft tussen staten als China, Rusland, Kazakhstan, Kirgistan, Tadjikistan en Uzbekistan die overigens gezamenlijk een kwart van de wereldbevolking vertegenwoordigen. Landen als India, Iran, Pakistan en Mongolië wensen eveneens toe te treden. Dat zelfde geldt voor Afghanistan zodra de westelijke geallieerden daaruit vertrokken zijn. We hebben het dan over bijna de helft van de wereldbevolking.
Iran
In de Oost-West verhouding speelt Iran intussen een cruciale rol als belangrijkste olieleverancier van o.a. China en India, terwijl er een boycot ligt op de uitvoer ervan. Daar deze olie niet langer in dollars leverbaar is, wordt een deel hiervan reeds in goud verhandeld, waarmee de remonetarisering van goud als geld al dan niet formeel is ingeluid. Iran kan niet anders dan de rol van de dollar ondermijnen en vormt met de nucleaire dreiging de complicerende factor temeer daar China en Rusland mordicus tegen ingrijpen in een door Iran gesteund Syrië (smeltkroes van etniciteit en religie) zijn.
Intussen gaat Rusland door met het bewapenen van Syrië ondanks de steeds explosievere sfeer. Als deze binnenlandse oorlog op de een of andere manier wordt geïnternationaliseerd dan staan er diverse landen “op de stoep” waaronder alle grote mogendheden.
Rusland
Wladimir Putin verdedigt de Russische wapenleveranties aan Syrië en beschuldigt het Westen van het uitlokken van een confrontatie. In een vraag voor een internationaal persforum wat hij van de huidige relatie met het Westen vond zei hij: ‘we landed on a dead-end road’; the world order as we knew it, is breaking into pieces’, vertaald: we zitten nu op een doodlopende weg daar de wereldorde bezig is in duigen te vallen.
Tussendoor werd gemeld dat Rusland ook een wapendeal heeft gesloten met Irak voor een totaal van $4,2 miljard inclusief 30 gevechtsheli’s en tientallen surface-to-air raketsystemen. Voorts wordt nog onderhandeld over de nodige Mig-29 jets en ander wapentuig. Waar is dat allemaal voor nodig? Met een shiítisch bewind in Baghdad is dat stellig mede bedoeld als een flankbeveiliging van Iran. Met buffers als Syrië, Irak en het westen van Afghanistan probeert Iran zich te verschansen, in de wetenschap dat Hezbollah in Libanon met duizenden door Rusland geleverde rakettenen ook nog voor de nodige “ketelmuziek” kan zorgen. Voorts blijft Israël natuurlijk een ongewisse factor hoewel het militair/logistiek niet voor de hand ligt dat dit land ondanks alle dreigementen op eigen gezag de lont in dit kruitvat zal steken. Netanyahu’s missie naar de V.S. mislukte in dat opzicht.
Uitlokking incident
Nadat Irak moest worden verlaten en Afghanistan in 2014 wordt opgegeven zien de V.S. hun rol in het Midden-Oosten afnemen. Graag zou de V.S. hun druk op Iran willen vergroten door de Syrische wesp uit het nest te verjagen. Israël wil wel een handje helpen en Saudi-Arabië ook. Of Turkije op eigen gezag een Syrische passagiersvliegtuig met nogal wat Russen aan boord gedwongen heeft op Turkse bodem te landen zal wel nooit geheel duidelijk worden. Schot voor de Russische boeg?
Om de Amerikanen via de achterdeur “aan boord” te krijgen is een incident gemakkelijk uitgelokt. Turkije geldt na de V.S. als de belangrijkste NAVO bondgenoot. Wellicht zal voor een eventuele nieuwe directe inmenging in deze regio eerst de uitslag van de Amerikaanse verkiezingen op 6 november a.s. worden afgewacht. Met hardliner Romney als mogelijk de nieuwe president komt die teerling dichter in zicht.
Het is beslist niet ondenkbaar dat met de huidige monetaire malaise volop in de schijnwerpers een geënsceneerde inmenging in het strategisch belangrijke Syrië een reële optie wordt. Met Assad op de loop kan Israël ook gemakkelijker in stelling worden gebracht.
Niet vergeten is dat de oorlogsindustrie vanaf de uitlokking van de Japanse aanval op Pearl Harbor in december 1941 gevolgd door het Marshall Plan (dat terugbetaald moest worden) na de oorlog de Amerikaanse economie uiteindelijk weer op poten heeft gekregen.
De Fed weet maar al te goed dat de economie weliswaar met veel kunst en vliegwerk nog een tijdje in stand kan worden gehouden maar dat QE nooit die fundamentele economische groei kan genereren om het schip van staat weer in een gezonder vaarwater te krijgen. De oorlogsindustrie kan in principe wel die generatorfunctie vervullen nadat eerst een monetair saneringsproces op gang is gebracht. Een oorlog zou de aandacht bovendien kunnen afleiden van de uiterst belabberde financiële situatie. We weten niet wat zich momenteel in de krochten van Washington D.C. afspeelt maar al met al ligt er genoeg “ammunitie” om Alarmfase I in te luiden.
Robert Broncel
voor US Markets