![](/images/legacy-images/images/070226-jvb-+-ghawar.gif)
Aladdins lamp flikkert: deel 2
In het eerste artikel over Aladdins flikkerende lamp hadden we het o.m. over de zekerheid, dat het nog maar enkele decennia zal duren vooraleer het olietijdperk ten einde zal lopen, simpelweg bij gebrek aan grondstof. Hiermee doelden we op ‘conventionele’ olie, d.w.z. diegene die gewonnen wordt door oppompen uit de grond of de zeebodem. Ook toonden we aan, dat de olieproducenten, gedreven door politieke motieven, er niet voor terug hebben geschrokken om hun voorraden duchtig (gemiddeld meer dan 40%) te overdrijven. Dit gebeurde bij het einde van de Koude Oorlog, dus aan het einde van de 1980’er jaren.
Nu gaan we ons spotlight richten op de grootste olievoorraden en nagaan hoe de exploitatie ervan evolueert. We zullen merken dat Aladdins lamp alle reden heeft om duchtig te flikkeren.
Laten we beginnen met een opsomming van de landen waar op dit ogenblik olie gewonnen wordt.
U ziet dat we geen olievoorraden per land noch globaal opgeven. Deze cijfers laten we opzettelijk achterwege omdat van de helft van de olievelden er geen reserves bekend gemaakt worden. We moeten in ons achterhoofd houden, dat de 11 OPEC-landen goed zijn voor 75% van de totale wereldproductie ‘conventionele’ olie.
In de tabel hierboven hebben we de 6 grootste olievelden ter wereld samengebracht. Met ‘grootste’ bedoelen we een productie van minstens 1 miljoen vaten (159 miljoen liter) per dag. Let wel dat slechts 4 van deze 6 op dit ogenblik echt produceren. Deze 4 zijn de laatste mohikanen van een groep van 15 die zo’n 20 jaar geleden goed waren voor minstens 1 miljoen vaten per dag. Zo ziet u maar hoe snel het kan gaan.
De overige 2 (Jack en Papa Terra) moeten nog in exploitatie komen in resp. 2011 en 2010 en de verwachtingen zijn dat ze meer dan 1 miljoen vaten/dag zullen opbrengen.
Trouwens, de tijd dat je de olie kon winnen door ze op te scheppen met je emmertje is allang voorbij en spuitende oliebronnen behoren al een tijdje tot het rijk der fabels. Om de olie maximaal naar boven te brengen zijn allerlei gesofistikeerde (en dure) methodes nodig. Zo heeft men voor de exploitatie van het Mexicaanse Cantarell-veld een stikstoffabriek moeten bouwen om met behulp van dit inerte gas de olie naar boven te stuwen.
Laten we het even hebben over Ghawar, een desolate vlakte in Saoedi-Arabië. Dit kroonjuweel van de Saoedi-Arabische olie (Ghawar is goed voor 60% van de productie in deze oliestaat) is meer dan 8.000 km² woestijn waaronder nog 70 miljard vaten liggen te wachten. Of we zeggen beter ‘lagen’, want in 2005 werd bekend gemaakt, dat sinds het begin van de exploitatie 60 miljard vaten olie boven werden gehaald. Als we rekenen aan het huidige tempo van 4,5 miljoen vaten/dag dan brengt Ghawar jaarlijks iets meer dan 1,6 miljard vaten voort. Op 3 jaar dus ca 5 miljard vaten. Dit betekent, dat in 2009 Ghawar in de zg. ‘peak oil’ conditie komt, d.w.z. over de helft van de beginvoorraad. In Saoedi-Arabië onthoudt men zich van alle commentaar over dit thema. Want daar beseft men maar al te goed, dat het einde van Ghawar tevens het einde van de olierijkdom betekent.
Toch zijn er tekens dat de Ghawar-olie moeilijker te winnen is. Om het productietempo van 4,5 miljoen vaten per dag (een paar jaar geleden nog meer dan 5) aan te houden, moeten de olieboeren hun putten beginnen leeg te ‘schrapen’ door miljoenen tonnen zeewater naar beneden te pompen om het kleverige goud op te stuwen. Zodoende komt daar een 50/50 mengsel olie/water naar boven, dat nog eerst gescheiden moet worden enzovoort.
Cantarell en Ghawar zijn maar een paar voorbeelden die aantonen dat de tijd van de gemakkelijk te verdienen oliedollars voorbij is.
Als er niets wordt gedaan aan andere manieren van energiewinning, dan kunnen we het grote kantelmoment van het Olietijdperk verwachten over 38 jaar volgens de optimisten en 23 jaar volgens de pessimisten (of eerder realisten?). Gemiddeld over 30 jaar is het hommeles. Oorlogen kunnen uitbreken, economieën kunnen in crisis geraken, politieke omwentelingen zullen zich aandienen. Als er tegen die tijd geen alternatieven zijn…
Welke alternatieven hebben we op korte, middellange en lange termijn om te voorzien in de steeds groeiend energiebehoefte van deze planeet?
Op lange termijn is er o.i. veel te verwachten van de kernfusie. Lichtere atoomkernen smelten samen onder de afgifte van enorme hoeveelheden energie. Met enkele tientallen grammen ‘brandstof’ laat je een stad een gans jaar draaien. Er zijn weinig afvalstoffen en de grondstoffen haal je uit zeewater of uit de bodem. Dat alles klinkt heel mooi, maar na een halve eeuw experimenteren brengt een fusiereactor maar 65% op van de energie die men er moet instoppen om hem op gang te krijgen. Misschien lukt het om over nog eens 50 jaar over een rendabele reactor te beschikken…
Op middellange termijn wordt soelaas verwacht van zaken zoals windenergie, warmtepompen en collectoren voor zonne-energie. De productiekosten voor deze installaties zijn nog hoog en de rendementen zijn nog niet optimaal. Als de industrie keihard blijft investeren in research en ontwikkeling, is er volgens ons kans dat zo rond medio 21ste eeuw van deze energiebronnen iets serieus te verwachten is.
En wat dan op korte termijn? Of we het willen of niet, we zullen de komende decennia nog verder moeten met olie en kernenergie. Wat kernenergie betreft, hebben we te maken met een politiek geladen thema. Plus de verwerking van de afvalstoffen. Om die reden zal kernenergie het voorrecht moeten blijven van hoogtechnologische economieën die tevens geen agressieve bedoelingen nastreven en het verstandelijk peil hebben bereikt, om af te zien van kernwapens en hun bestaande nucleaire wapens ontmantelen tot reactorbrandstof.
Blijven olie, aardgas, steenkool, biodiesel en ethanol om op korte termijn verder te kunnen. Aardgas zou nog volstaan voor twee eeuwen aan het huidige verbruikstempo. Maar als het in de plaats moet komen van olie, dan smelten die twee eeuwen weg tot enkele decennia. Steenkoolontginning is çn vele landen stopgezet en terug opstarten zal ook niet gratis gebeuren en ook deze voorraden halen waarschijnlijk het jaar 2050 niet. Biodiesel en ethanol zijn eerder kleine spelers in het geheel. We kunnen er niet omheen: dé massale energieproductie komt van olie. En mogen nooit vergeten, dat olie tevens de basis vormt van de ganse industrie, zoals we in deel 1 van deze artikelen al aanhaalden. De motor van het olietijdperk dreigt te gaan sputteren.
Dit geldt uiteraard voor ‘conventionele’ aardolie, degene die we winnen uit de (zee)bodem. Er is ook niet-conventionele olie, deze uit oliezand en schaliën. Het meeste oliezand bevindt zich in Canada en Rusland, waar zich volgens experts resp .75 en 22% bevinden van de in totaal 354 miljard vaten, voorradig in de vorm van dit zwarte oliezand.
Over schalieolie zijn de cijfers veel vager. De grondstof is een broos gesteente, waaruit de olie gewonnen moet worden door toepassen van heet water. Bij het ontginnen ervan (en dat geldt ook voor oliezand) komt niet alleen veel energie te pas, maar gaan er ook uitgestrekte gebieden natuur teloor. En zodra deze soort olie aangewend wordt, zal ze ook haar plakkerige steentje bijdragen aan de wereldwijde klimaatwijziging…
We zijn er nog niet uit. De wereld van vandaag hangt af van conventionele olie, grotendeels afkomstig van de streek van de sprookjes van 1001 nacht. In bijbelse tijden kwam olie op bepaalde plaatsen gewoon uit de grond gesijpeld. In de tijd van Drake (einde 19de eeuw) kon je olie uit de grond doen spuiten door op de juiste plek een gat te graven. Later kwamen er ja-knikkers aan te pas en moest vele kilometers diep gegraven worden. Dan ging men het zoeken in de zeebodem en verschenen de boorplatforms. De dag van vandaag moet men dieper en dieper boren en de onwillige olie naar boven stuwen met inert gas of zeewater. Over enkele jaren zijn alle bekende olieputten over de helft van hun capaciteit.
De tijd dat Aladdin een wandelingetje hoefde maken om wat olie te vinden voor zijn wonderlamp, is definitief voorbij. Hij kijkt wanhopig rond, op zoek naar brandstof voor zijn nu al flikkerende lamp…
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
26 februari 2007.
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en financiële berichten.
Reacties kunt u sturen naar: jan@usmarkets.nl