
Aladdins lamp flikkert, deel 1
Het huidige verbruik van aardolie is 85 miljoen vaten per dag, ofwel 156.000 liter per seconde. In de tijd om een zacht eitje te koken (4 minuten) wordt 37 miljoen liter aardolie omgezet in energie, allerlei producten en gebruiksvoorwerpen.
Want we kunnen het niet genoeg beklemtonen: aardolie is dé grondstof waarop de ganse wereldeconomie draait. Er is bijna geen enkel voorwerp te bedenken, of het is gemaakt uit en/of met behulp van aardolie. De kleren die je draagt, de computer die voor je staat, de medicamenten die je neemt, de verf waarmee je je woning opfleurt, de bikini van je vrouw of je dochter, de surfplank van je zoon: dit alles is er dankzij aardolie. We leven in het olietijdperk.
In 1859 zag Edwin Drake de eerste olie opspuiten en in de 148 jaar tot nu zijn verlopen, werden 1.500 miljard vaten geproduceerd. Onze oliedorst kent (nog altijd) geen grenzen en voor de komende 20 tot 25 jaar moet de industrie in staat zijn nogmaals 1.500 miljard vaten olie op te hoesten.
Bovenstaande grafiek toont de geprojecteerde oliebehoeften van de wereld voor de periode 2004 tot 2030. Noord-Amerika (VS en Canada) blijft koploper, achternagezeten door China, dat in de loop van gemelde periode Europa zal voorbijsteken. Als we deze prognose mogen doortrekken, dan wordt China olieverbruiker nummer 1 zo rond 2050, op voorwaarde dat er dan nog olie is…
En om te weten hoe het staat met de olieputten hebben we cijfers nodig, afkomstig van de olieproducerende landen. Daarbij moeten we in e eerste plaats denken aan het Midden-Oosten en Venezuela.
Het Midden-Oosten heeft van zich doen spreken in 1973, toen naar aanleiding van de Jom Kippoer oorlog besloten werd de sympathisanten van Israël een lesje te leren. De oliekraan ging dicht, in het Westen en de VS brak paniek uit en de olieprijs verviervoudigde.
Deze gebeurtenis was trouwens niet de eerste keer dat oliebevoorrading werd gebruikt als wapen. In WO II liep de economie van de nazi’s op de klippen doordat de aanvoerlijnen voor brandstofvoorziening vernield werden. Het zg. Ardennenoffensief in de winter 1944 – 1945 werd in het voordeel van de Geallieerden beslecht omdat de Duitse tanks en andere voertuigen letterlijk droog kwamen te staan.
In 1985 werd het oliewapen nogmaals gebruikt, ditmaal door de VS om de Sovjetunie een hak te zetten. De Reagan-administratie deed een meesterzet door een pact te sluiten met olieproducent nummer 1, met name Saoedi-Arabië. De redenering was de volgende. De Sovjetunie platleggen met nucleaire wapens, daar beginnen we niet aan uit schrik voor de nare gevolgen. Maar de sovjeteconomie platleggen, dat gaat wel, door de navelstreng ervan door te knippen. En die navelstreng dat was toen de olie, die de USSR goedkoper kon leveren dan de Golfstaten. Amerikaanse gezanten gingen hun opwachting maken bij Saoedi-Arabië met een aanbod dat niet kon worden afgeslagen. Want Saoedi-Arabië zag al jaren met lede ogen aan, dat landen zoals Irak, Iran en Syrië hun oliedollars gebruikten om in de USSR gesofistikeerde wapens te kopen en experts betaalden om ze te leren gebruiken. Te gebruiken, tegen wie dan? Juist, tegen Saoedi-Arabië, waarmee het genoemde trio allang op gespannen voet leefde. Het voorstel van de VS was, dat Saoedi-Arabië zijn olieprijs zou doen zakken tot onder het peil van de USSR, zodat daar kopen niet meer aantrekkelijk zou worden. De tactiek werkte en had zelfs als gevolg, dat de Koude Oorlog doodbloedde.
Maar er school een dikke adder onder het woestijnzand. Want als motivering voor hun plotse prijsdaling hadden de Amerikanen de Saoedi’s ingefluisterd, dat ze moesten zeggen dat hun voorraden ruwe olie groter waren dan verwacht. Het gevolg van deze tactiek ziet u in onderstaande tabel.
Als we de officiële olievoorraden bekijken, zoals ze door de voornaamste olieproducenten werden opgegeven, merken we dat zonder uitzondering tussen 1985 en 1990 in al deze landen er opeens wezenlijk meer olie in de (zee)bodem zat.
Hierboven ziet u een overzicht van de Grote Olietruc. Opeens was er tussen 41 en 197% meer olie beschikbaar… De Poppenspelers leunden tevreden achterover in hun kunstlederen zetel (gemaakt uit: jawel). De truc miste zijn effect niet. Eind december 1985 kostte een vat ruwe olie amper 26,5 dollar. Eind maart 1986 was die prijs meer dan gehalveerd tot 10 ¼ dollar. De sovjeteconomie lag op apegapen, vooral wegens het plotse tekort aan bestellingen van het Midden-Oosten. Drie jaar later viel de Berlijnse muur en kwam er een definitief einde aan de geschiedenis van de USSR.
Nog iets. Als we de olievoorraden van bovenvermelde landen voor en na de ‘miraculeuze’ vondsten optellen, dan stellen we vast dat ze opeens globaal over iets meer dan 40% meer olie beschikten. Stel nu, dat het allemaal manipulatie was en dat de echte olievoorraden niet waren toegenomen, dan zijn alle prognoses over oliereserves met minstens 40% overdreven.
Deze mogelijkheid plaatst vraagtekens bij de voorraad ‘klassieke’ olie (dus niet de olie uit oliezand of andere bronnen, zoals schalie). De algemene consensus bij de economisten is, dat de klassieke olie volstaat voor de komende 38 jaar. Vermelde overdrijving met 40% in rekening genomen, vermindert deze periode tot slechts 23 jaar…
Aladdins lamp begint te flikkeren…
In een volgend artikel gaan we dieper in op de mogelijkheden en de moeilijkheden van het ontginnen van nieuwe en alternatieve oliereserves.
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
17 februari 2007.
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en financiële berichten.
Reacties kunt u sturen naar: jan@usmarkets.nl