Waarom volgen bij voorbeeld de prijzen aan de pomp zo aarzelend de evolutie van deze van het vat ruwe olie? Welke factoren spelen op de achtergrond?
In ons overzicht van de benzine- en dieselprijzen van 28 juni 2012 stelden we, dat er sinds maart 2012 sprake was van een adempauze, waarbij de prijzen wat gas hadden teruggenomen. Het verloop van de WTIC-index voor dezelfde periode toonde een terugval van de prijs van het vat ruwe olie van ca 25%.
Moesten de prijzen aan de pomp deze trend volgen, dan kostte in Nederland Eurosuper 95 nu ca 1,35 euro/liter en diesel ca 1,12 euro/liter, spectaculair minder dan de resp. ca 1,76 en 1,42 euro/liter van vandaag.
Voor België zou dat neerkomen op ca 1,29 euro/liter voor Eurosuper 95 en ca 1,16 euro/liter voor diesel, gevoelig goedkoper dan de resp. 1,64 en 1,45 euro/liter van vandaag.
Wat is hier aan de hand? We probeerden te achterhalen wat er gebeurt achter de coulissen van de olieprijs, m.a.w. welke soms factoren echt spelen en waarvan we misschien niet genoeg weten.
Belangrijke factoren waarmee we in dit verband moeten rekening houden zijn:
- natuurlijke reserves
- aangelegde reserves
- geopolitiek
- distributieprijzen
- de eurocrisis
Buiten deze factoren spelen ook de globale klimaatopwarming, speculatie en de leveringspolitiek van de OPEC-landen ook een rol, waarover we het al eerder hadden .
Natuurlijke reserves of ‘hoeveel olie zit nu echt in de bodem?’
Over de olie die zowel op land als op in de bodem zit doen de producenten altijd geheimzinnig. Geopolitiek (zie verder) speelt hier een belangrijke rol.
Daarom is het moeilijk om accurate cijfers hierover te pakken te krijgen. Kijk maar naar de volgende tabel:
Twee nochtans gereputeerde bronnen geven uiteenlopende cijfers en van haar eigen land kan of wil de VS-organisatie EIA geen recentere gegevens bekendmaken dan die van einde 2009. BP kent de VS-cijfers blijkbaar wel.
Dan gaan we kijken wat dezelfde bronnen vermelden voor het jaar 2009. Wat blijkt? Tussen de data van BP en die van EIA gaapt een kloof van 138 miljard vaten. Een indrukwekkende plas olie.
Nog iets. Eerder hadden we het al over de wonderbaarlijke vermenigvuldiging in de oliewereld. Zoiets zien we nu ook. Zo blijkt volgens BP de wereldreserve van 2009 tot 2011 met meer dan 176 miljard vaten te zijn toegenomen (hoewel er duchtig opgepompt werd).
Als bij de EIA-gegevens Noord-Amerika buiten beschouwing laten, stellen we iets analoogs vast. Alle regio’s samen (dus zonder Noord-Amerika) beschikten volgens deze cijfers over 1.132,3 miljard vaten in 2009 en over 1.318,7 miljard in 2011, een verschil van meer dan 186 miljard vaten.
Die troebelheid over de exacte reserves is een factor van twijfel en dat zal zeker meespelen bij het opmaken van de olieprijzen.
Aangelegde reserves of ‘wat zit nu echt in al die olietanks?’
De VS hebben de grootste strategische oliereserves ter wereld. Zodra bekend is, dat deze zijn aangesproken, zal de prijs van het vat ruwe olie dalen, dat is logisch.
Let wel, we schreven ‘Zodra bekend is, dat deze reserves zijn aangesproken’. Inderdaad, het volstaat dat dergelijk bericht de wereld ingaat en de olieprijs zeilt zuidwaarts. Niet langer geleden dan in maart 2012 lieten president Obama en de Britse premier Cameron in een gezamenlijk communiqué weten dat ze zinnens waren (een deel van) hun noodvoorraad olie aan te spreken om controle te kunnen krijgen op de toen op hol slaande prijs. Het resultaat ziet u bij voorbeeld in de grafiek van de WTIC-index:
Geopolitiek of ‘wat is Iran echt van plan?’
Dat de geopolitiek rechtstreeks van invloed kan zijn op de olieprijs is al dikwijls aangetoond, met vooral de oliecrisis van 1973 die in het collectief geheugen is gegrift.
Maar ook recente gebeurtenissen missen hun effect niet. Zo is er het getouwtrek rond Iran, dat al jaren door het Westen met argusogen wordt gevolgd wegens de nucleaire politiek van dit land. Bouwt Iran nu gewone kerncentrales om de industrie, de overheid en de consumenten vlot van elektriciteit te voorzien. Of heeft de Iranese regering plannen om binnen afzienbare tijd te kunnen beschikken over kernkoppen?
De EU heeft blijkbaar geen vertrouwen in Iran en heeft besloten tot een maatregel die pijn moet doen, nl. het stoppen van de aankoop van Iranese olie met ingang van 1 juli 2012. Door dit embargo verliest Iran ca 20% van zijn olie-export.
Iran wil natuurlijk niet bij de pakken blijven zitten en dreigt ermee de strategisch belangrijke Straat van Hormuz te blokkeren en daarmee 20% van het wereldtransport van ruwe olie te stoppen. Als Iran dat zou doen, zullen internationale sancties niet uitblijven. De VS bij voorbeeld roffelen al met hun zwaarden op hun schilden en sturen oorlogsbodems naar de inmiddels al beruchte zeestraat.
Moest het hier komen tot een echte dreiging, zonder dat er zelfs sprake zou zijn van een gewapend conflict, dan zal de olieprijs zeker gaan klimmen.
Intussen is het af te wachten hoever Iran echt wil/kan gaan.
Distributieprijzen of ‘wie denkt eens aan de consument?’
Het hoeft niet herhaald: als de ruwe olie goedkoper wordt, betekent dat niet dat brandstoffen goedkoper worden en zeker niet in dezelfde mate. Nu zijn distributeurs er als de kippen bij om hun prijzen aan de pomp te verhogen zodra het vat ruw duurder wordt. Wordt dat vat terug beterkoop, dan voelen niet prettig als ze een plotseling mooiere winstmarge zouden laten schieten.
Distributeurs zullen dus eerder schoorvoetend hun prijzen laten zakken. Daarom volgt de prijs aan de pomp zo traag de evolutie van het vat ruwe olie.
Eurocrisis of ‘wanneer gaat de druk van de EU-ketel?’
De instabiliteit in de eurozone heeft als resultaat, dat de dollar sterker wordt en dat er dus minder dollars moeten worden betaald voor een vat olie. De paradox is dat hoe slechter het blijft gaan in de eurozone, hoe goedkoper de olie zou worden (als dat de enige factor zou zijn).
Met dit overzicht hebben we geprobeerd de factoren op een rijtje te zetten die de olieprijs beïnvloeden. Sommige factoren versterken elkaar, andere werken elkaar tegen. Wanneer we aan de pomp voor de zoveelste keer merken dat benzine of diesel weer duurder zijn geworden, dan zien we de eindfase van een heel complex politiek en economisch spel. Een spel dat tot nog toe weinig vreugde heeft verschaft, aan de consument althans.
Jan Van Besauw
Columnist voor USMarkets