Wie, net als president Hoover en zijn omgeving, dacht dat het na de beursperikelen van 1929 weer vlug beter zou gaan, was er helemaal naast. Er volgde een decennium met een absoluut dieptepunt en dan, onder impuls van de New Deal, het begin van een moeizaam herstel.
1930 – 1939: van wanhoop naar hoop
De periode die we vandaag behandelen, was er één die begon met diepe miserie en toenemende verwarring, verder ging met vernieuwende gedachten en groeiende hoop op een verbetering die er dan toch eindelijk kwam. Tevens was een nog nooit gezien wereldconflict in voorbereiding. Dit waren de jaren 1930 tot 1939.
1930 begon met een kater. De gebeurtenissen in het fatale jaar 1929 hadden vele honderdduizenden met de neus op de harde realiteit gedrukt. Rijk worden door te beleggen op de beurs? De economie voor altijd aanbeland op een hoogplateau? Vergeet het! Zo moeten in de nadagen van de crash velen verbitterd hebben gedacht, met een scheef oog op de beurskoersen, met toch nog een sprankeltje hoop dat de hooggeleerde heer Irving Fisher
misschien toch nog gelijk zou hebben met zijn optimistische visie op de evolutie van Wall Street.
Vergeefse hoop. Want het was grondig mis gegaan tijdens de Roaring Twenties. Het kapitalisme had zich uitermate gulzig overeten door in 10 jaar tijd (1919−1929) de productiviteit te doen stijgen met ca 43% , zonder evenwel de lonen opwaarts aan te passen. De voorraden rezen de pan uit en de potentiële verbruikers hadden onvoldoende cash. Dat hadden de beleggers zich gerealiseerd in die sombere oktobermaand 1929, maar voor hen wqs het sprookje uit. Ze gingen ervan uit dat de beurskoersen niets anders konden doen dan blijven stijgen, zonder zich te bekommeren om de fundamentele waarden van de reële economie.
Zo begon het jaar 1930. En het ergste moest nog komen.
Toch was er in het jaar 1930 nog moed en initiatief genoeg voor grootse realisaties met als bekendste voorbeeld de bouw van de Empire State Building. De werken begonnen in januari 1930 en amper 20 maanden later stond het toenmalige hoogste gebouw ter wereld met zijn hoogte van 381 meter te pronken.
Ander nieuws kwam uit Europa. In hetzelfde jaar 1930 behaalde Adolf Hitler met zijn nazi-partij NSDAP de grootste verkiezingsoverwinning tot dan toe en kon hij afstevenen op de absolute macht waarvan hij al zolang droomde. Zonder de crash van 1929, die ook in Europa een golf van paniek en onzekerheid losmaakte, was dit waarschijnlijk niet mogelijk zijn geweest.
Ten tijde van de 1929-crash was Herbert Hoover (1874−1964) bezig met de zevende maand van zijn ambtstermijn als 31ste president van de VS. Ook hij zat met een ferme kater, want niet alleen voor, maar ook tijdens en na deze zwarte periode had hij blijven beweren dat het allemaal zo’n vaart niet zou lopen. En hij bleef optimistisch, tegen beter weten in. Begin 1930 sprak hij met mensen uit de bedrijfswereld, vakbondsmensen en landbouwers en bezwoer hen alles te doen om de koopkracht niet te snel te laten dalen.
Maar het deflatiespook stak zijn kop op en remde de toch al hard afgenomen wil om te investeren. Hoover trachtte weerwerk te bieden door via het Congres een aanzienlijk bedrag (meer dan 400 miljoen dollar, dat zou nu ongeveer het duizendvoudige zijn) vrij te maken voor openbare werken. Dat baatte niet, evenmin als een tweede injectie, ditmaal van een half miljard dollar in 1932. In dit jaar werd de toestand echt hopeloos. Er gebeurden dingen die men tot dusver onmogelijk achtte in de States.
Mensen moesten in de rij staan voor voedsel en de allernoodzakelijkste hulp op gebied van kleding en hygiëne. Velen sliepen in hokken, geïmproviseerde tenten of onder de blote hemel. Een betoging van veteranen van Wereldoorlog I, aan wie nochtans plechtig financiële steun beloofd was, werd door de politie gewelddadig uit elkaar gedreven en daarbij vielen er doden.
In juli 1932 zakte de Dow Jones Industrial Average (DJIA) weg tot zijn laagste peil ooit, 89% lager dan 3 jaar eerder in september 1929. Verder in dit artikel komen we hierop terug. Eigenlijk vond de échte beurscrash plaats in de periode 1930 – 1932. Enkele voorbeelden: General Electric verloor 90%, General Motors 96% en Goldman Sachs zelfs 98% in waarde. De familie Rockefeller zag 80% van haar kapitaal verdampen. De sociale catastrofe was niet te overzien: in enkele jaren tijd was de werkloosheid vertienvoudigd.
Het was in deze diepe crisisjaren dat een jonge politicus, zoon van een welstellende familie, zich kandidaat stelde voor het presidentschap. Franklin Delano Roosevelt (1882−1945) was nochtans niet door het leven gespaard gebleven. In 1921, hij was toen 39 jaar, kreeg hij kinderverlamming waardoor zijn onderlichaam compleet verlamd werd. Als reactie hierop ontwikkelde hij een sterke wilskracht en een groot sociaal gevoel. Toen hij op 4 maart 1933 met 59% van de stemmen de 32ste president van de Verenigde Staten werd, ging er een golf van hoop de wereld rond.
Roosevelt was meteen geconfronteerd met veel verwarring en mistoestanden. Het ene na het andere geval van fraude of verkeerde speculatie kwam aan het licht. De economische organisatie was een puinhoop. Zo waren er magazijnen vol textiel en schoenen terwijl de mensen zich moesten kleden in lompen en op kartonnen schoenen liepen. De banken hielden tientallen miljarden dollars in hun kluizen en droegen zo bij tot de stagnatie van het hele productie- en consumptieapparaat.
President Roosevelt vaardigde spoedig een reeks herstelmaatregelen uit, die bekend zouden worden als ‘The New Deal’, ofwel het opnieuw schudden en delen van de kaarten. In het artikel Kan Obama’s New Deal lukken? kunt u lezen hoe Roosevelt tewerk is gegaan.
Intussen was er in de rest van de wereld heel wat aan de gang. In 1934, vlak na de dood van president von Hindenburg, riep Hitler zichzelf uit tot Führer, een jaar nadat hij benoemd werd tot rijkskanselier.
In datzelfde jaar 1934 begon Mao Zedong aan de ‘Lange Mars’, een wandelingetje van 10.000 (volgens de organisatoren) of 6.000 (volgens historici die het tochtje overdeden) kilometer. Door deze stunt kon Mao zijn gelederen aandikken en zijn positie als ‘Grote Roerganger’ bevestigen met alle gevolgen van dien.
Ook nog in 1936 begon de Spaanse Burgeroorlog, die duurde van 1936 tot 1939 en 500.000 slachtoffers eiste. Het was de eerste rechtstreekse confrontatie tussen rechts en links. Het rechtse nationalistische kamp stond onder leiding van generaal Franco (1892−1975) en kon rekenen op de sympathie en de militaire steun van nazi-Duitsland. Vooral deze factor was de reden, dat de republikeinse tegenpartij met zowel idealisten, communisten en anarchisten in hun rangen kansloos waren tegen de troepen van Franco.
In 1936 werd Roosevelt met een nog grotere (62%) meerderheid herkozen voor zijn tweede ambtstermijn. Die begon onder een slecht gesternte, want het jaar daarop zakte de economie van de VS terug weg in een moeras. Het was een samenwerking tussen Roosevelt en geniale dwarsligger Keynes die uiteindelijk zou leiden naar een duurzaam herstel. Gemakkelijk zou het niet gaan, want de administratie-Roosevelt was wat te hard van stapel gelopen toen bleek dat de New Deal aansloeg. De overheid feliciteerde zich er iets te vroeg mee, dat dankzij gecontroleerde inflatie er terug een geldstroom op gang gekomen was en dat de bittere armoede verdween. De overheidsuitgaven werden te snel teruggeschroefd en de nog zeer kwetsbare economie liep weer vast. De werkloosheid steeg in 1937 explosief en het depressiespook dreigde weer.
Geïnspireerd door Keynes bedong Roosevelt bij het Congres voor 5 miljard dollar overheidsuitgaven. En zo kwam een programma tot stand dat later Second New Deal genoemd werd. Keynes en zijn volgelingen kregen gelijk. In de loop van 1938 was het einde van de Grote Depressie eindelijk in zicht.
Van het jaar 1938 zijn er toch nog enkele belangrijke zaken te onthouden. De firma DuPont de Nemours bracht nylon op de markt, een synthetisch polymeer uitgevonden door Wallace H Carothers (1896−1937) dat heel snel de wereld zou veroveren.
Eveneens in 1938 ontdekten twee Duitsers, Otto Hahn (1879−1968) en Fritz Strassmann (1902−1980) dat een uraniumatoom op een gestuurde manier gesplitst kan worden en zo legden ze de grondvesten voor het aanwenden (ten goede en ten kwade) van de kernenergie. Het proces helemaal onder controle krijgen lukte niet zo snel, tot geluk van de latere vijanden van nazi-Duitsland.
Ditzelfde nazi-Duitsland lijfde onder het motto van de Anschluss in de lente van 1938 buurland Oostenrijk in, het bevel van de Oostenrijker Adolf Hitler volgend.
In het jaar 1939 zette de Amerikaanse economie haar voorzichtig herstel verder en de wanhoop was omgeslagen naar hoop. Niet voor lang, want er kwamen donkere wolken opzetten aan de Europese en de Japanse hemel.
De Duitse regering onderzocht middelen om de ‘Judenfrage’ op te lossen en zette zo het onmenselijke mechanisme op gang dat we allen kennen.
Op militair vlak begon het ook fameus te rommelen. Duitse troepen vielen Tsjechië en Slowakije binnen, evenals de Baltische staat Litouwen. Dit voorbeeld volgend overrompelde het fascistisch geworden Italië van Mussolini de Balkanstaat Albanië.
Dit alles leidt tot nervositeit bij de vroegere bondgenoten van de Wereldoorlog I en Frankrijk, Groot-Brittannië en de Sovjet-Unie sloten een verdrag voor wederzijdse steun ingeval een van hen door bij voorbeeld Duitsland zou worden aangevallen.
Hitler goot een flinke scheut olie op het vuur door Polen onder de voet te lopen. Dit land had net met Groot-Brittannië een overeenkomst gesloten voor bijstand in geval van een invasie.
Op 3 september 1939 verklaarde Groot-Brittannië nazi-Duitsland de oorlog. Dit initiatief werd quasi onmiddellijk gevolgd door Frankrijk, India, Australië en Nieuw-Zeeland. Dit was meteen het startschot voor Wereldoorlog II.
Tijdens de oorlogsjaren zou de Amerikaanse economie een krachtige boost krijgen en lag de weg open naar een stabiele en herstelde economie.
Bovenstaande grafiek en de nuchtere cijfers in de tabel geven een goed beeld van deze periode tussen hoop en vrees. Het jaar 1930 begon met een DJIA van 244,20 punten, 36% onder de all time high van 3 september 1929.
In de loop van dat jaar maakte de index 20% van deze achterstand goed, maar de opwaartse trend duurde niet lang en we zien hoe de jaren 1931 en 1932 begonnen met een index die resp. 42 en 58% gezakt was.
In het jaar 1932 bereikte de DJIA dan zijn all time low van 41,22 punten, ofwel 89% lager dan zijn culminatiepunt van 3 september 1929, bijna 3 jaar voordien.
In 1933, het jaar dat Franklin Roosevelt het roer overnam, kwamen er de eerste tekenen van een herstel. Het ‘Roosevelteffect’ zien we aan de koersen van 3 en 15 maart 1933 (geen noteringen in de tussentijd).
Vanaf midden juli 1933 tot pakweg eind 1934 bewoog de index zich in een zijwaarts kanaal tussen pakweg 90 en 110 punten.
Tot in het jaar 1937 hield de DJIA dapper stand, maar verloor dan weer veld, zodat hij begin januari 1938 teruggeslagen was naar het niveau van meer dan 2 jaar eerder.
Het jaar 1939 begon met een comeback en na enkele keren terrein te hebben verloren tot de niveaus 130 en zelfs 120 punten, eindigde de index de periode 1930 – 1939 op 150,24 punten, nog altijd 61% onder de all time high van meer dan 10 jaar eerder.
Een volgende keer hebben we het over de oorlogsjaren en zien we hoe de Amerikaanse economie zich kon herpakken.
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
________________________________________
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikelen over diverse onderwerpen. Hij heeft op het moment van schrijven geen materieel belang of bezit in de besproken bedrijven of beleggingsinstrumenten.