Er zijn zo van die verjaardagen, waaraan je het liefst nooit zou worden herinnerd. De teloorgang van de Britse bank Barings op 27 februari 1995, nu al iets meer dan 10 jaar geleden, is zulk een triest evenement. En de reden waarom Barings over kop ging is bijna extravagant te noemen. Want zeg nu zelf, een 28-jarige avonturier die je rekeningen torpedeert met een bres van 1,34 miljard euro, daarover kan je als directeur van een gerenommeerde zakenbank niet fier zijn.
Dit is nochtans de achtergrond van het Barings-debacle. Een zekere Nicholas William Leeson (Nick voor de vrienden) trad op als Barings’ verantwoordelijke voor de derivatenhandel in Singapore. Nick Leeson en zijn team werkten vooral met Nikkei-futures op de beurzen van Osaka en Singapore. In het begin ging alles goed. De winsten werden geboekt op de rekening van Barings Futures (Singapore) (BFS) en als er verliezen waren, moffelde Leeson die weg via ‘account 88888’, een soort ‘toevallige lasten en baten’-rekeningetje.
Nick Leeson
De eerste jaren ging het Leeson voor de wind en in 1993 was BFS goed voor 10% van de Barings’ groepswinst. Gejuich alom, champagnekurken vlogen in het rond, wie bekreunde zich om rekening 88888 waarop intussen toch al behoorlijk wat Britse ponden verlies waren verschenen?
In 1995 liep het grondig mis. Leeson had zijn taktiek uitgestippeld. Hij rekende op een stijging van de Nikkei-index, een daling van de obligatiewaarden en een lage volatiliteit op de markten. Hij kon er niet meer naast hebben gezeten. Eerlijkheidshalve moeten we vermelden, dat een natuurramp roet, of beter stof en as, in het eten heeft gestrooid.
In januari 1995 werd de Japanse stad Kobe getroffen door een aardbeving met meer dan 6.400 doden en heel veel schade als gevolg. Dit had zijn weerslag op de Nikkei, de beleggers dumpten hun aandelen en kochten massaal obligaties. De volatiliteit scheerde hoge toppen. Daar ging BFS en het sleepte Barings mee in zijn val, want de schulden van Leesons bedrijfje bedroegen 300% (!) van het eigen vermogen van het hoofdhuis.
Barings failliet, Leeson in de cel. Daar beleefde hij een beroerde tijd want hij kreeg kanker, die hij echter overwon. Hij schreef er ook een boek, ‘Rogue Trader’, wat zoveel betekent als ‘Schalkse Handelaar’. Het boek bracht hem 50.000 pond op. Later werd het verfilmd, wat Leeson nog stukken meer opbracht.
Filmaffiche
Hij wordt nu beschouwd als een autoriteit op gebied van onfrisse handelspraktijken, want toen de in 2002 de valutahandelaar John Rusnak Allied Irish Banks (AIB) een zware financiële klap toebracht, werd Leeson er door de media bijgesleurd om zijn mening te ventileren.
Wat gebeurde met Rusnak/AIB bewijst dat de les van Leeson/Barings nog niet geleerd was. Nochtans bestaat in het VK sinds 2000 een Financial Services Authority (FSA), een financiële waakhond in de stijl van de Fed in de VS.
Maar de traders zijn slim en ontwikkelen steeds weer nieuwe instrumenten om zich te verrijken via risicovolle systemen. Zo zien we de laatste jaren een exponentiële groei van hefboomfondsen (hedge funds) en kredietderivaten. De onderliggende motivering van de beleggingsinstrumenten is evenwel niet negatief: het spreiden van risico’s.
Dat het nochtans nog al eens misloopt, is bewezen door het kapseizen van het hefboomfonds Long Term Capital Management (LTCM) in 1998. Het zag er voor LTCM nochtans veelbelovend uit, toen het werd gestart in 1994 door John Meriwether, obligatiehandelaar bij Salomon Brothers, VS. De leiding was in handen van twee academici, nobelprijswinnaars economie nog wel (Myron Scholes en Bob Merton). Ze werden bijgestaan door Alan Greenspans rechterhand, David Mullins. Dit ‘dream team’ genoot het onvoorwaardelijke vertrouwen van de banken, die vrolijk fluitend enorme bedragen leenden zodat al vlug in LTCM’s spaarpotje 100 miljard dollar lag te glimmen. De investeerders volgden en LTCM zat op een berg van derivatencontracten met een waarde van vele honderden (!) miljarden dollars.
Helaas, het dream team was toch niet zo bekwaam als iedereen dacht, ze hadden wel wereldwijd gespreid, maar niet in de juiste sectoren enz. Kortom, in 1998 stond LTCM op springen. De internationale financiers vreesden een lawine-effect en traden resoluut op. Een bankenconsortium loste de ergste schulden af en LTCM werd geliquideerd. De wereld besefte in 1998 niet, dat op het nippertje een catastrofe zoals in 1929 vermeden was.
Heeft de financiële wereld iets van geleerd van dat alles? Niet heel veel. Want er zijn nog nooit zoveel hefboomfondsen (hedge funds) geweest als nu. In de krant ‘De Tijd’ stond onlangs te lezen, dat er ca 7.000 hefboomfondsen zijn, die samen voor meer dan 1.000 miljard dollar (ca 770 miljard euro) beleggingen beheren.
Al die goedbedoelde controle-initiatieven betekenen in de praktijk niet veel. Want de meeste hedge funds worden beheerd vanuit regio’s die buiten hun bereik liggen, denk maar aan fiscale paradijzen zoals Bermuda.
Al die hedge funds betekenen samen een veelvoud van wat ooit LTCM waard was. We durven niet dromen wat er kan gebeuren als het daarmee misloopt.
En zoveelste doemscenario, denkt u? Wel, het is zeker niet onze bedoeling, paniek te zaaien. We willen u wel verwittigen dat er ernstige risico’s zijn. We vrezen dat het debacle van Barings, van de Allied Irish Banks en van LTCM niet het laatste zal zijn. Het spinnenweb aan dirivatenposities waarin de ene de andere posities afdekt kunnen door een soort dominoeffect het financieele stelsel vernielen.
© Jan Van Besauw